Op deze pagina een selectie uit mijn werk door de jaren heen. Het begon voor mij ooit met Tekenen & Kunstgeschiedenis op de middelbare school o.l.v. leraar/kunstenaar Rudi Koegler. Samen met mijn vriend Ben Faydherbe struinde ik musea af en maakten we onze eerste werkjes. Tijdens mijn werkende leven kwam het er te weinig van, maar tegenwoordig ben ik weer veelvuldig met veel plezier aan het werk.
Ik ben een groot liefhebber van de linosnede. Een grafische techniek die veel magie in zich herbergt. Je gutst het linoleum in spiegelbeeld weg op alle plekken die je onbedrukt wilt laten. Je kunt verschillende kleurdrukgangen opzetten door telkens wat meer weg te snijden – van licht naar donker. Iedere keer als je het met verf ingerolde linoleum lostrekt van het papier staat je een nieuw wonder te wachten. Hoe valt het uit? Hoe goed of slecht hechtte de verf aan het linoleum, waardoor er verrassingen zijn ontstaan? Dat alles draagt bij aan de magie. Ik ben er verzot op geraakt. Momenteel werk ik aan linoprints gebaseerd op de nummers op mijn soloalbum Climb. Mijn linoprints zijn in kleine oplage beschikbaar voor € 50,– per stuk. Voor ingelijste prints met handgesneden passe partout vraag ik € 90,– excl. eventuele verzendkosten. Mail me als je belangstelling hebt.
Daaronder vind je een greep uit mijn videokunst – met name uit mijn tijd als regisseur bij de KRO-televisie. De meeste daarvan zijn korte video’s die ik maakte van gedichten van middelbare scholieren in het kader van de Doe Maar Dicht Maar projecten.
Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en ontvang de laatste updates over mijn muziek, podcasts en/of kunst. En maak je geen zorgen; de nieuwsbrief verschijnt onregelmatig en met mate.
Samen vereeuwigd in het linoleum: Lotte Lenya en Marlène Dietrich anno 1930. Het kan niet anders of ze moeten elkaar dat jaar tegen het lijf zijn gelopen in het van kunst bruisende Berlijn. Lotte was Kurt Weill’s echtgenote en muze en speelde de rol van Seeräuber Jenny in de “Dreigroschenoper”. Marlène brak dat jaar door als filmster in de rol van Lola Lola in “Der Blaue Engel”. Beide rollen betreffen vrouwen die mannen het hoofd op hol brengen om ze vervolgens hard te laten vallen. Laatst zag ik “Der Blaue Engel” weer eens en werd er opnieuw door gegrepen. Gebaseerd op een roman van Heinrich Mann verleidt Lola Lola een brave lesgevende professor. Hij verliest niet alleen zijn hart aan haar, maar tevens zijn baan en reputatie. Lola verklaart al zingend haar gedrag: “Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt, und sonst… gar nichts.” De film inspireerde me tot een nieuw liedje waar ik momenteel aan werk. Zowel Lotte Lenya als Marlène Dietrich heb ik met Artificial Intelligence van 78-toerenplaat losgemaakt en zijn in de track te horen. Lotte roept net als Seeräuber Jenny “Hoppla!” – vandaar de titel – en Marlène legt als Lola Lola uit wat haar in de liefde drijft. Er worden binnenkort nog live blazers opgenomen en ik reis nog af naar Lübeck waar Hanna Prins het Duitse deel van het liedje zal inzingen. Mijn lief Petra hielp me met de deels Duitse tekst. Een deel van de pret was het maken deze linoprint waarin ik beide sterren van het interbellum samenbracht. Heerlijk om te doen en gelijk een cover voor de muziek release.
“Rare snijboon, zei ze…” | 2023 | acryl op doek | 18 x 24 cm Een geschilderde tragikomische puberherinnering. Lees het hele verhaal hier.
“The phantom strikes again” – 2023 – linosnede & acryl | 24×24 | 4 drukgangen | oplage 3 Lees hier het verhaal achter “The Phantom Strikes Again” en bekijk de videoclip.
“Wees op je vierkante meter een vorst” – 2007 – klei Geboetseerd ten tijde van een pijnlijke fase. Mezelf proberen te hervinden onder het adagium “Wees op je vierkante meter een vorst” uit het lied “Mens durf te leven” van Dirk Witte/Jean-Louis Pisuisse
“Esther” – 2005 – acryl | 39×29
Blajoux I – Gorges du Tarn – 1999 – aquarel | 28×22
Een greep uit mijn videokunst. Een groot deel maakte ik op basis van gedichten van middelbare scholieren voor KRO-televisie.
Lege Plekken – gebaseerd op een gedicht van de toen 14-jarige Ingrid Alkemade Deze clip nam ik in de studio op met een hoofdrol voor de belichter en het ingehuurde model. Voor de muziek gebruikte ik opnames van Tibetaanse bellen en klankschalen.
Lichamelijke oefening – gebaseerd op een gedicht van de toen 12-jarige Jorg Kaaij. Hiervoor ging ik terug naar de St. Lidwinaschool op het Linnaeushof in Amsterdam-Oost. De jongensschool waar ik van de eerste tot derde klas zat en waar ik bijzondere herinneringen aan heb. Het was magisch om als volwassen man weer op deze plek uit mijn jeugd terug te zijn. De geur was onveranderd.
“Ze”- over Anne Frank – is gebaseerd op een gedicht van de toen 15-jarige Milica Elzinga. Opgenomen op en rond het Merwedeplein, de plek waar de familie Frank woonde alvorens ze onderdoken op de Prinsengracht. Ik herinner me dat ik voor één foto de hele Amsterdamse Rivierenbuurt heb afgelopen (die van Anne in het zand spelend), voordat ik de juiste locatie wist te vinden.
Asfalt – gebaseerd op een gedicht van de toen 16-jarige Robert Stolp. Het was begin 1992 redelijk revolutionair om met digitale audiomontage in de weer te gaan. Bij de video-opnames op de autosloperij namen we tevens allerlei geluiden op. Ik sloeg met hamers op auto-onderdelen, gooide deuren en motorkappen dicht, sloeg autoruiten stuk, gooide autobanden door de lucht en, als klap op de vuurpijl, liet een auto naar beneden vallen. Vervolgens maakte ik met Rob Glotzbach op diens woonbootstudio een geluidscollage waarna ik vervolgens de beelden monteerde. Een geluk was het dat het had gevroren, waarna ik besloot gewoon analoog de dichtregels op de autoruiten te schrijven.
Vroeg op – gebaseerd op een gedicht van de toen 13-jarige Mare Nieborg. Grafisch ontwerp van de dichtregels gemaakt door mijn vriend Ben Faydherbe.
Leeg – gebaseerd op een gedicht van de toen 15-jarige Lydia Keuning.
Mooi weer – gebaseerd op een gedicht van de toen 17-jarige Astrid Mellema. Opgenomen in het voormalige Barometermuseum van Bert Bolle in Maartensdijk. Voor de muziek gebruikte ik werk van Kurt Weill in uitvoering van het Willem Breuker Kollectief.
Verregend verlangen – gebaseerd op een gedicht van de toen 18-jarige Martijn ter Braak. Voor de regenscènes op het spoor kregen we hulp van de brandweer (want het was best lekker weer). We hadden netjes toestemming van de NS om op dit baanvak te filmen, zolang de jongeman (de maker van het gedicht) maar niet tússen de rails liep, maar ernaast.
Mijn dijn – gebaseerd op een gedicht van de toen 17-jarige Mike Hoogstra. Tegenwoordig is zo’n montage met schuivende balken een fluitje van een cent. Toen waren daar vijf professionele met elkaar in de maat lopende videoplayers voor nodig en grote vellen papier die ik vol schreef met tijdcodes om alles strak in de maat te krijgen. Een hele leuke en uiteindelijke geslaagde uitdaging samen met editor Paul Breddels met wie ik de meeste poëzieclips maakte . De opnames maakte ik op het Amstelstation in Amsterdam.
Zee – gebaseerd op een gedicht van de toen 13-jarige Paco Laclé. Van groot naar klein, van stad naar platteland, van nauw naar wijds. De grote videocamera bonden we bovenop het dak van het camerabusje en in de montage gebruikten we alleen die frames waarbij de horizon telkens precies op dezelfde lijn lag. Dus geenszins versnelde beelden maar een zeer langdurige montage. Het meeste is gedraaid in Amsterdam-Oost, Amsterdam-Zuid en de oostelijke eilanden, die toen nog onbebouwd waren. En vergeef me, meneer Rimsky-Korsakov voor het schaamteloos knippen in uw Scheherazade.
Make-up – gebaseerd op een gedicht van de toen 15-jarige Nathalie Luteijn. De hoofdrol is naast haar weggelegd voor kunstenaar Rudi Koegler. Mijn leraar tekenen en kunstgeschiedenis op de middelbare school. Een man die mij als geen ander geïnspireerd en geënthousiasmeerd heeft voor de kunsten. Hier schildert hij niet echt. Hij doet alsof, op een wit canvas dat we later digitaal invulden. Tot grote treurnis moesten we alle opnames twee keer maken. In dezelfde opnameweek werd ons camerabusje leeggeroofd met alle opnamebanden. We hebben nog een oproep gedaan in Spoorloos waarop de dieven zich meldden. Maar we mochten daar van een toenmalige KRO-manager niet op ingaan. Zelden heb ik zo gebaald!
Vooruitgang – gebaseerd op een gedicht van de toen 13-jarige Wiesje Luttinkhuizen. Deze opnames maakten we in Museum Boijmans van Beuningen. Het idee was om bezoekers vanuit het point-of-view van de kunstwerken te filmen. We hadden daarvoor een grote houten wand heel ruig in felle kleuren beschilderd, met in het midden een spiegel waar je van achter doorheen kon kijken en we met de camera opgesteld stonden. Een soort candid camera. In de museumzaal hadden we grote pijlen op de grond geplakt richting de houten wand die in de hoek stond opgesteld, een streep op de vloer er vlak voor met de opmerking “kijk hier”. Terwijl bezoekers de zaal binnenkwamen zaten wij achter het schot opgepropt en met ingehouden adem af te wachten of ze naar ons toe zouden lopen. Zie hier het resultaat. Overigens hebben we ieder later netjes aangesproken en om toestemming voor uitzending gevraagd.
De metalen poppetjes – gebaseerd op een gedicht van de toen 12-jarige Julian Garcia. De beat die ik gebruikte kwam uit mijn eerste drumcomputer, de Roland TR 505.
Net als… – gebaseerd op een gedicht van de toen 12-jarige Rhea Kaaij. Trappen, van breed majestueus tot smal benauwd. Alsof je langzaamaan de aarde ontstijgt. Opnames maakten we o.a. in de Stopera, bij Onze lieve Heer op Solder, Tuschinski en de Westertoren. De zolder zelf was die van kinderboekenschrijver Rindert Kromhout aan de Prinsengracht in Amsterdam. Hij woonde op zijn beurt boven Nelly Frijda die ons gastvrij ontving. De zolder hebben we aangekleed met props uit de toenmalige rekwisietenafdeling van de NOS. Na afloop gezellig bij ze nageborreld. Het was een gedenkwaardige opnamedag.
Het portret – 3 mensen – 3 momenten – 1 stad, vrij naar “Dichtertje” van Nescio. Tijdens mijn studioregie-opleiding was een van de opdrachten om met drie camera’s een live-programma te maken op basis van louter foto’s. Ik maakte eerst een geluidscollage met delen uit Dichtertje van Nescio, waarna ik foto’s uit begin van de 20e eeuw bij elkaar zocht en verdeelde over drie lessenaars. Dit was het eindresultaat. Wil je weten wat voor zenuwslopende bedoening het ondertussen in de regieruimte was, bekijk dan dit achter-de-schermen-filmpje.
Officiële videoclip “World of Hurt”- Ilse DeLange. Tja, eigenlijk hoort deze clip hier niet thuis onder kunstvideo’s. Maar aangezien het de clip op mijn YouTube-kanaal is die het vaakst wordt afgespeeld, zet ik hem als laatste in dit rijtje neer, als een representant van alle overige video’s en filmpjes die ik door de jaren heen maakte, met name in mijn KRO- en NCRV-jaren.